• Lening oversluiten Hoe werkt het?
    Offerte aanvragen

    17 december 2019 door Halmar Wolfswinkel

    Privacywet kan zorgen voor een te hoge lening

    Sinds de invoering van de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming) op 25 mei 2018 is het voor banken en kredietverstrekkers nog lastiger geworden om klanten te behoeden voor een te hoge lening. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) stelt dit, nadat in 2019 zowel NN als Santander een hoge boete hebben gekregen voor het overkrediteren van consumenten.

    Banken dienen een uitgebreide analyse te maken van de persoonlijke en financiële situatie van individuele consumenten. Toezichthouder AFM eist van banken dat ze consumenten actief beschermen tegen overkreditering (te hoge leningen). Zodra een klant een lening aanvraagt, checkt de kredietverstrekker daarom altijd aan de hand van een aantal variabelen of de gewenste lening verantwoord is. Zo’n analyse behelst twee hoofdzaken: een berekening over hoeveel iemand verantwoord kan lenen en een inventarisatie van een aantal persoonlijke gegevens. Denk bijvoorbeeld aan inkomensgegevens, maar ook aan meer privacygevoelige zaken als schulden en of het uitgavepatroon wel gezond is in verhouding tot de inkomsten.

    Juist bij dit laatste - het opvragen van persoonlijke gegevens - lopen banken en kredietbemiddelaars aan tegen de grenzen die door de privacywet zijn opgesteld. Om goed te kunnen beoordelen of mensen niet te diep in de schulden komen, hebben banken namelijk soms informatie nodig die ze volgens de AVG niet mogen opvragen.

    Het gevolg is dat er soms te hoge leningen worden verstrekt aan klanten, terwijl niet alle informatie beschikbaar was voor de betreffende bank. 

    Volgens de toezichthouder houdt ‘actief beschermen tegen overkreditering’  in dat ook tijdens de looptijd van de lening allerlei persoonlijke gegevens worden vergaard, beoordeeld en vastgelegd. Ook dit kan conflicteren met  wet- en regelgeving rondom privacy.

    Onduidelijkheid in huidige wetgeving

    Volgens ‘privacywaakhond’ Autoriteit Persoonsgegevens dient er een balans te zijn tussen de eisen van de AVG en het opvolgen van de financiële wetgeving.

    In die ‘balans’ wringt de schoen. De AVG schrijft namelijk voor dat alleen noodzakelijke persoonsgegevens mogen worden verwerkt. Maar wat is noodzakelijk? De markt voor consumptieve kredieten is aan verandering onderhevig en de norm voor ‘leenruimte’ (hoeveel een klant mag lenen) wordt momenteel deels herzien. In het verlengde hiervan is momenteel in de wet niet duidelijk beschreven wat overkreditering precies is. Wanneer leent een klant teveel en hoe kom je daar als bank achter? Ofwel: welke persoonsgegevens zijn noodzakelijk om op te vragen en welke niet? 

    Er speelt nog een tweede onduidelijkheid. De toezichthouder AFM (Autoriteit Financiële Markten) vraagt ieder jaar aan kredietmaatschappijen en banken om hun ‘gedragscodes’ goed onder de loep te nemen. Het belangrijkste criterium hierbij is of het klantbelang centraal staat. De AFM peilt weliswaar jaarlijks of banken zich hieraan houden, maar tot nog toe blijft het een ‘open norm’ die aan marktwerking onderhevig is en niet duidelijk in de wet is vastgelegd.

    Waar ligt de zorgplicht en kan dit anders

    Dit brengt op ons een ander punt dat meespeelt bij het tegengaan van overkreditering.

    Als een klant een krediet aanvraagt, ligt de uiteindelijke zorgplicht bij de aanbieder (de bank). De bank moet dus alle noodzakelijke gegevens opvragen, beoordelen, vastleggen en de klant goed informeren.

    Wij van de Nederlandse Kredietmaatschappij vinden dit als bemiddelaar in consumptief krediet niet altijd logisch. Immers, bij een kredietaanvraag en gedurende de looptijd hebben wij het eerste klantcontact. Naar ons idee zou het dan ook steekhoudend zijn dat wij zelf de invulling van de zorgplicht verzorgen. Niet alleen bij het afsluiten van een lening maar ook gedurende de looptijd.

    Een goed voorbeeld hiervan is het Doorlopend Krediet. Deze vorm van flexibel krediet verdwijnt steeds meer uit het leningenlandschap en deels is dit te wijten aan het gebrekkig invullen van de zorgplicht. Hieronder leggen we uit hoe dat zit.

    Doorlopend Krediet verdwijnt mede door gebrekkige zorgplicht

    Een Doorlopend Krediet is in principe een prima product waar velen baat bij hebben en hebben gehad. Consumenten kunnen tot een bepaald bedrag geld opnemen en dit na aflossing opnieuw doen. Dat geeft veel flexibiliteit, zeker rond de feestdagen, in vakantieperiodes en bij onvoorziene uitgaven (auto of CV- installatie gaat stuk). Consumenten moeten wel rekening houden met een flexibele rente en goed kunnen omgaan met de financiële flexibiliteit van een Doorlopend Krediet.

    Wat is het dan het probleem? Op dit moment liggen regelgevers binnen de banken, toezichthouders én brancheverenigingen van bemiddelaars en aanbieders met elkaar overhoop over wie de invulling van deze zorgplicht bij een Doorlopend Krediet op zich neemt. Het gevolg is dat de zorgplicht nog steeds niet goed op orde is en het Doorlopend Krediet mede hierdoor van de schappen verdwijnt. Zonde, want veel consumenten zijn er nog steeds bij gebaat en gaan vele jaren goed om met het gebruik van hun DK.

    Zorgplicht – dichter bij de klant?

    Wij als kredietbemiddelaar hebben al jaren geleden bij onze partnerbanken aangevraagd om alle service te mogen verlenen die hoort bij een DK. Dus ook het beoordelen van de vervolgopnames en de benodigde kredietrevisie die daarbij hoort.

    Het idee achter deze service is als volgt.

    Zodra een klant heeft afgelost en weer een bedrag wil opnemen is dit voor ons een prachtige ingang om zijn/ haar situatie opnieuw te bekijken en te bepalen of het krediet nog past bij de huidige situatie van de klant. We verzamelen, beoordelen en leggen alle relevante gegevens vast en delen deze met de bank voor uitbetaling van de opname en invulling van de zorgplicht van een DK. 

    Ook kunnen we checken of een vervolgopname nog aansluit bij alle huidige acceptatiecriteria van de partnerbank waar het DK loopt. Past het DK nog bij de inkomsten, lasten, gezinssituatie, BKR- verplichtingen, het bestedingsdoel en het verloop van de lening? Het uiteindelijke doel is dat er alleen verantwoorde vervolgopnamen toegestaan worden. 

    Voor onze partnerbanken heeft dit als extra voordeel dat een besluit om vervolgopnames goed te keuren verantwoord en reproduceerbaar is.

    Naar ons idee is dit een win-win situatie voor alle drie de partijen. De klant loopt geen risico op overkreditering, de bank kan haar zorgplicht goed invullen en wij als bemiddelaar kunnen onze DK klanten goed blijven monitoren en deze informatie vastleggen.

    Strengere regelgeving in 2020 – vloek of zegen?

    Terug naar de spagaat tussen privacywetgeving en het voorkomen van overkreditering.

    In het eerste kwartaal van 2019 heeft de Autoriteit Financiële Markten alle Nederlandse kredietverstrekkers verzocht om de huidige gestelde leennormen goed te evalueren en zo nodig aan te passen. Zoals we eerder al aangaven, komt de AFM begin 2020 met meer informatie hierover. Het is niet uitgesloten dat er een nog strikter regime zal worden ingevoerd. De vraag is alleen wie hier beter van wordt. Banken en consumenten in ieder geval niet.

    Want laten we eerlijk zijn. Niemand leent graag geld om de auto of CV- installatie te laten repareren. Of om dromen te kunnen verwezenlijken. Geld lenen kost geld en dat is nooit leuk. Niet lenen is altijd beter dan wel lenen.
    Maar in de praktijk ontkom je er soms niet aan om een stukje te lenen. En dan zien wij het liefste een regelgeving waarin beide partijen geholpen worden. De klant die goed bediend wordt met verantwoorde leningen die passen bij zijn/ haar situatie. En kredietverstrekkers die de kans krijgen om al het nodige onderzoek te doen voor zo’n verantwoorde lening.

    Een verbod op geld lenen heeft geen zin. Regelgeving en invulling van de zorgplicht die beide partijen verder helpt wél.

     

    Offerte aanvragen