Toezichthouders AFM en DNB tegen verhogen leenruimte tweeverdieners door Hoekstra
Minister Hoekstra van Financiën wil een advies van het Nibud (Instituut voor Budgetvoorlichting) opvolgen om de maximale hypotheek voor tweeverdieners te verhogen. Toezichthouders AFM en DNB vinden dit echter een slecht idee. Hoe dat zit, leggen we in dit artikel uit.
Meer salaris voor ‘kleinste’ verdiener
Volgens het Nibud zijn de inkomsten van tweeverdieners gestegen. Dit heeft te maken met gunstige belastingmaatregelen: de overdraagbare heffingskorting voor de minstverdienende partner wordt steeds verder afgebouwd. De laagstverdienende partner houdt dus meer salaris over. Deze extra financiële ruimte kan worden meegenomen in de berekening voor een maximaal hypotheekbedrag.
Woonquote al jaarlijks verhoogd
Een rekensommetje: al sinds 2016 telt het tweede inkomen binnen een huishouden steeds wat zwaarder mee in de berekening voor de maximale hypotheek. Vóór 2016 lag deze ‘woonquote’ op 30%, dit jaar al op 80% en per 2021 kunnen huishoudens zelfs 90% van het laagste inkomen laten meetellen. Voor een woning van 300.000 euro kunnen tweeverdieners op dat moment zo’n 10.000 euro meer lenen dan de afgelopen jaren.
Toezichthouders: meer salaris? Toch voorzichtigheid geboden
Het lijkt dus logisch om tweeverdieners meer leenruimte toe te staan voor hun hypotheek. Toch zijn toezichthouders AFM en DBN daar niet happig op.
Waarom niet? Deze twee instellingen hebben als doel om consumenten te beschermen tegen overkreditering en te helpen financiële stabiliteit op te bouwen en te behouden. Ze zijn dan ook van mening dat de overheid consumenten juist dient te beschermen tegen te hoge schulden en financieel kwetsbare beslissingen. Vooral nu, tijdens de coronacrisis. Mensen kunnen hun extra geld beter achter de hand houden (voor noodgevallen zoals baanverlies, onvoorziene uitgaven of broodnodige omscholingskosten). Méér leenruimte zou juist betekenen dat huishoudens een nog grotere schuld aangaan.
De coronacrisis en de recessie als gevolg daarvan heeft allerlei zekerheden op de kop gezet. Juist daarom moeten we slim met ons geld omgaan en eerder sparen dan lenen. Hoe minder financiële kwetsbaarheid huishoudens opbouwen tijdens de huidige onzekere economische situatie, hoe beter, zo vinden de toezichthouders.
Grotere leenruimte geen oplossing voor de lange termijn
Ook verwijzen beide toezichthouders naar een eerder onderzoek van DNB naar de consequenties van meer leenruimte. Volgens dit onderzoek leidt méér kunnen lenen tot nog hogere huizenprijzen en daarmee nog hogere hypotheekschulden. De toegang tot de woningmarkt zal heel even verbeteren voor tweeverdieners, maar daarna juist weer verslechteren. Woningen worden immers nóg duurder, terwijl de krapte op de woningmarkt blijft bestaan. Dat moeten we dus niet willen, volgens de toezichthouders.
Coronatrend: minder op de pof
De coronacrisis heeft nog een andere financiële tendens opgeleverd: we maken minder schulden en hebben juist steeds beter leren sparen. Het blijkt dat de gezamenlijke persoonlijke schulden van consumenten in 5 jaar tijd met zo’n 40 procent zijn gezakt naar ongeveer 10,8 miljard euro.
De leennormen voor zowel hypotheken als consumptieve kredieten waren al aangescherpt. Bovendien worden consumenten zich steeds bewuster van bijvoorbeeld roodstand, openstaande creditcardschulden en kopen op afbetaling. En de eerdergenoemde tweeverdieners met een hoger salaris losten juist extra schulden af. Want leningen zijn duur en vormen een financiële verplichting voor langere termijn. Hoe eerder je daar vanaf bent, hoe beter.
Daar komt nog bij dat tijdens de intelligente lockdown consumenten minder konden uitgeven. Restaurants waren dicht; festivals, vakanties naar het buitenland of weekendjes weg, overal ging een streep doorheen. En wie minder kan uitgeven, gaat vanzelf meer sparen of schulden aflossen. Bovendien zijn meer consumenten gaan nadenken over waar ze écht hun geld in willen investeren, wat echt van belang is voor de toekomst.
Samengevat: meer leenruimte of niet?
We kunnen dus concluderen dat consumenten sinds de coronacrisis bewuster met geld hebben leren omgaan. Ze lenen minder en geven minder geld uit. Tegelijkertijd zorgen hogere inkomens van tweeverdieners voor vraagstukken op bestuurlijk niveau rondom een hogere leenruimte. Waar minister Hoekstra de financiële ruimte wil verhogen doordat tweeverdieners meer inkomen hebben, zijn de toezichthouders AFM en DNB hier juist fel tegen gekant. Immers: meer geld op persoonlijk niveau voor een deel van de consumenten geeft nog geen garanties op een goede woning, veilig lenen en financiële stabiliteit voor iederéén.