Bij de aanvraag van uw lening kijken we naar uw inkomen en indien van toepassing naar het inkomen van uw partner. Dat noemen wij het toetsings- of toetsinkomen.
Toeslagen in de zin van extra inkomen mogen worden meegenomen in het toetsingsinkomen. Samen met uw aanvraag moet u drie actuele loonstroken overleggen waarop de toeslagen staan zodat aantoonbaar is dat de toeslagen vast zijn en niet incidenteel.
Onderstaande toeslagen mag u wel meenemen in de berekening van uw toetsinkomen:
- Onregelmatigheidstoeslag
- Ploegentoeslag
- Dienstjarentoeslag
- Ervaringstoeslag
- Gevarentoeslag
- Toeslag bezwarende omstandigheden
- Persoonlijke toeslag
- Weekend toeslag
- Nachtdiensttoeslag
- Consignatietoeslag
- Prestatietoeslag
- Beloningstoeslag
- Schematoeslag
- Wisseldiensttoeslag
- Overwerktoeslag
- Functietoeslag
- Diplomatoeslag
- Provisie
Toeslagen en inkomsten die u niet mee mag nemen als inkomen zijn:
- Garantietoeslag
- Pikettoeslag
- Spaarloon
- Feestdagentoeslag
- Reiskostenvergoeding
- Bonussen
- Winstdeling
- Vakantiegeld
- Representatievergoeding
- Autokostenvergoeding
- Kinderbijslag
- Tegemoetkoming schoolkosten
- Wachtgeld
- Tijdelijke lijfrente
- Belastingteruggaaf ziektekosten
- Inkomen uit beleggingsdepot
- Alimentatie
- Persoonsgebonden budget
- Huurinkomsten
- Inkomsten uit kas
De toeslagen zorgtoeslag, kindgebonden budget, kinderopvang toeslag en huurtoeslag ontvangt u van de Belastingdienst als aanvulling op uw inkomen omdat u onder een bepaalde inkomensgrens valt. Ook deze toeslagen tellen niet als extra inkomen en mogen niet worden meegenomen in de berekening van uw toetsinkomen.
Bronnen: Belastingdienst toetsingsinkomen en Rijksoverheid
Bent u op zoek naar een geschikte lening, maar weet u nog niet precies welke lening het beste bij u past? Gebruik dan onze leenwijzer om een passende lening te vinden die afgesteld is op uw wensen.
U kunt ook direct het gewenste leenbedrag opgeven en geheel kosteloos en vrijblijvend een offerte aanvragen voor uw lening: